criminaliteit
Maatschappijleer
Niveau: 5 HAVO
Taal:
Opmerking:
Bekeken: 4374 keer
Beoordeling
Dit huiswerk delen & naar vrienden sturen
Criminaliteit §1
Waarden = Opvattingen over wat men belangrijk en waardevol vindt. Bijv.
-eerlijkheid,
-eerbied voor het leven.
Normen = Gedragsregels gebaseerd op waarden.
Bijv.
-niet liegen,
-niet doden.
~Fatsoensnormen = Etiquetteregels, ongeschreven.
~Morele normen = Normen gebaseerd op morele, belangrijke, immorele, principes; ongeschreven.
~religieuze normen = Normen die gesteld worden door een godsdienst; geschreven.
~Wettelijke normen = Rechtsregels; voor iedereen gelden de wetgeving en regelgeving door de overheid; geschreven.
Deviant gedrag = Afwijkend, onaanvaardbaar gedrag.
Criminaliteit = Gedrag wat niet toegestaan is door de wet.
Delicten = Strafbare feiten, strafbare handelingen.
Misdrijven = ernstige strafbare feiten.
Overtredingen = minder ernstige strafbare feiten.
Strafblad = een register waarin een aantekening wordt gemaakt van veroordelingen door de rechter voor een misdrijf.
§ 2
Fraude = Handelingen van mensen die ‘rommelen’ met papieren en cijfers.
Geregistreerde misdrijven = Misdrijven die de politie zo belangrijk vindt dat er proces-verbaal is opgemaakt.
Enquêtes = door een beter beeld te krijgen worden tegenwoordig enquêtes gehouden onder een deel van de bevolking dat representatief is voor de hele bevolking.
- Slachtofferenquête = Hierbij wordt gevraagd van welke misdrijven men het afgelopen jaar slachtoffer is geworden en/of de politie het misdrijf heeft geregistreerd.
- dader- of zelfrapportage = hierbij wordt gevraagd welke misdrijven men het afgelopen jaar zelf heeft gepleegd.
Criminaliteit:
~ Geweldscriminaliteit = Hierdoor voelen ze zich rechtstreeks in hun bestaan bedreigd.
~ Vermogenscriminaliteit = Hieronder vallen eenvoudige diefstal, inbraak, verduistering, valsheid in geschrifte, bedrog en heling.
~ Seksueel/huiselijk geweld = Hierbij zijn de daders vaak een goede bekende of familieleden.
~ Vernielingen = Hieronder vallen brandstichtingen en het verstoren van de openbare orde.
~ Verkeersmisdrijven = Deze houdt in onder andere in doorrijden na een ongeluk en dronken een auto besturen.
~ Drugshandel.
~ Milieudelicten = Een voorbeeld hiervan is storting van giftig afval.
~ Witteboordencriminaliteit = Criminaliteit die mensen van achter hun bureau plegen door te ‘rommelen’ met papieren en cijfers.
~ Belastingontduiking = Dit houdt in dat mensen het meeste verdienen door zwart te werken.
~ Uitkeringsfraude = Hier gaat het vaak om het niet opgeven van inkomsten uit werk naast een uitkering.
~ Georganiseerde criminaliteit = Hierbij gaat het om organisaties waarvan de belangrijkste activiteit bestaat uit het leveren van diensten waaraan in de samenleving behoefte bestaat, maar die strafbaar zijn gesteld, zoals maffia’s.
§ 3
Oorzaken van Criminaliteit:
- Psychologische theorieën,
- Biologische theorieën,
- Sociologische theorieën.
Psychologische theorieën
~Persoonskenmerken : - Introvert,
- Extravert
~Persoonlijkheidsstoornissen.
biologische theorieën = Processen in het lichaam, geanalyseerd door wetenschappen.
-Lombroso: geloofde in uiterlijke kenmerken. Grondleger van de individuele verklaringen.
-Testosteron: mannelijk geslachtshormoon.
sociologische theorieën:
~ Aangeleerd gedrag,
~ Anomietheorie = Deze legt een verband tussen misdaad en armoede en sociale ongelijkheid.
~ Straintheorie = Het niet met legale middelen kunnen bereiken van de doelen, veroorzaakt spanning, in het engels strain.
~ Etikettentheorie = Het voortduren van crimineel gedrag uit de reactie van de samenleving.
~ Control-bindingstheorie = Deze theorie stelt dat mensen geen misdrijven plegen als zij daarbij veel te verliezen hebben.
~ Gelegenheidstheorie = Volgens deze theorie wordt criminaliteit veroorzaakt door armoede.
Factoren dat crimineel gedrag sterk bevordert:
- alcohol,
- drugs,
- vuurwapens,
- tv-geweld.
Delicten:
- Er zijn 8x meer verdachte mannen dan vrouwen;
- Mensen uit lagere klassen plegen meer delicten dan mensen uit midden- en hogere klassen.
- Jongeren plegen meer delicten dan ouderen.
- Allochtonen plegen meer delicten dan autochtonen.
Verklaring waarom criminaliteit de afgelopen kwart eeuw is gestegen:
-De waarden en normen zijn zwakker geworden.
-Alles moet groter, sneller en efficiënter.
-Iedereen wordt aangespoord om individueel te concurreren op de markt.
-Er is een toegenomen vraag naar illegale goederen en diensten.
-de gelegenheid tot het plegen van vermogenscriminaliteit is enorm toegenomen.