antwoorden hfst 7
Scheikunde
Niveau: 3 VMBO
Taal:
Opmerking:
Bekeken: 4179 keer
Beoordeling
Dit huiswerk delen & naar vrienden sturen
Natuurscheikunde hoofdstuk 7
1 omdat het gele balletje zweeft
2 7 x lees ik het woord kracht
3 a omdat ze de blokken anders niet omhoog krijgt
3 b de veerkracht
3 c zwaartekracht
4 lade en losse ( van vracht wagens )
timmerman
5 1 veerkracht
5 2 zwaartekracht
5 3 spierkracht
5 4 kleefkracht
5 5 kleefkracht
5 6 zwaartekracht
6 a naar boven
6 b omdat de aarde ook aan de magneet trekt
7 a spierkracht
7 b naar benende
8 B
10 op de vlieger in bron 4 werken 3 krachten. Schuin omhoog werkt de windkracht. In de richting van het touw werkt de spankracht. En de zwaartekracht werkt rechts naar beneden.
11 a newton
11 b N
11 c altijd naar beneden
11 d 50 N
12 a, b in de tekening 2 cm van de pijl gelijk aan 20 N
12 c de spankracht 2,5 cm is gelijk aan 25 N
de windkracht 3,5 cm is gelijk aan 35N
13 a,b,c,d,e.
windkracht
spankracht
zwaartekracht
14 als je een bal schopt weren de 3 krachten zwaartekracht …………kracht en ……………kracht
15 a spankracht
15 b 3 cm is 30 newton
16 door de zwaartekracht
17 rekt de veer gelijkmatig uit? Ja dat doet hij
18 a 120 kg
18 b 10 N
18 c 1200 N
19 a krachtmeter
19 b
het juiste meet gebruik
zuiver verticaal houden
de krachtmeter niet bewegen
het aflezen met je ogen recht voor het aanwijs streepje
20 0,1 x 10= 1N
21 D
23 a nee dat kun je niet in een tabel
23 b
ruitjes papier
een potlood
een liniaal
een tabel met meetresultaten
24 a
24 b N en cm
25 a 8,50
25 b nee dat hoeft niet
26
Kracht Uitrekking
5 N 2 cm
15 N 4 cm
25 N 5,2 cm
74 N 9 cm
27 door dat er geen linieer verband bestaat
31 a de G
31 b de N
31 c dat kun je niet zien
31 d dat ze de massa vergeten heeft en geen linieer verband heeft gedaan
32 a de hond
32 b de vrouw
32 c dan gaat de vrouw omhoog
33 hoe reken je uit of een hefboom in evenwicht is ?
34 ver van het draaipunt heb je een grote kracht nodig
35 a schaar, nijptang, kruiwagen en een hamer
35 b ze zijn allemaal heel erg lang aan de steel en ze hebben een draaipunt
36 a ver van het draaipunt
36 b ja mijn antwoord klopt
37 flesopener, breekijzer, grasknipper, nijptang, krik, nagelschaar en een deurkruk
38 Links Rechts
Stenen Cm tot draaipunt Stenen Cm tot draaipunt
40 a met een rondje
40 b de afstand van de kracht tot het draaipunt
40 c met een pijl
41
1 20x 40=800
2 10x 80=800
3 beide getallen zijn even groot
4 de hefboom is in evenwicht
5 –
43
1 3x 5=15
2 6x 4=24
3 kracht 2 x arm 2 is groter
4 –
5 kracht 2 x arm 2 is groter
44
1 200 x 2=400
2 400x 1=400
3 ze zijn gelijk
4 de hefboom is evenwichtig
5 –
45
1 25x 40=1000
2 13x 80= 1040
3 kracht2x arm2 is groter
4 -
5 kracht2x arm2 is groter
46
1 25x 4=100
2 10x 9=90
3 kracht 2x arm 2 is groter
4-
5 kracht 2x arm 2 is groter
47
1 700x 5=3500
2 20 x 200=4000
3 kracht 2 x arm2 is groter
4-
5 kracht 2 x arm2 is groter
48 a B
48 b omdat er weinig of geen lange staaf aan zit
49 kijken of je wel conditie heb
50 hoe je de kracht van mensen meet?
51 a de computer
51 b de universiteit in delft
51 c de voetbal
52 a een computer
52 b kracht zetter
53 a een thermometer
53 b graden Celsius
54 a
54 b
54 c
55 a
55 b
56 een onderzoeksvraag
57 of de voetballen even hoog stuiteren
58 a een meetlat
58 b 2 ballen goede ondergrond
58 c op hoe hoog ze komen
59 a of de kranen allebei even veel water geven
59 b een stopwatch
59 c door allebei even lang de emmers er onder te zetten
61 een goede onder grond van dezelfde hoogte laten stuiteren
62 van dezelfde hoogte laten vallen en hetzelfde racket
63 ze doen het allemaal van een ander hoogte of schuin of net iets te hard
64 want die krijgt meer zuurstof